Advies

Minder van hetzelfde

Advies Evaluatie Basispakket Kunst- en Cultuureducatie

Met het basispakket heeft Amsterdam kunst- en cultuureducatie een grotere rol gegeven in het curriculum op Amsterdamse basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs. In de eerste vier jaar van het basispakket is er veel bereikt. Voornemens uit het coalitieakkoord van 2014 zijn echter nog niet uitgevoerd. Met dit gevraagde advies reageert de kunstraad op de aanbevelingen in de rapportage van DSP-groep.

De kunstraad kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat iedereen al vroeg met kunst en cultuur in aanraking komt. Met het basispakket heeft Amsterdam kunst- en cultuureducatie een grotere rol gegeven in het curriculum op Amsterdamse basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs. Amsterdam liep hierin voorop. Ook het huidige kabinet vindt dat kunst en cultuur thuishoort in het curriculum op het primair en voortgezet onderwijs.(1) Cultuur is ‘niet het sluitstuk op de basisschool, maar misschien wel de kern voor de ontwikkeling van jonge mensen’ citeert minister Ingrid van Engelshoven SCP-directeur Kim Putters in haar Cultuur in een open samenleving, visiebrief minister van Engelshoven, maart 2018. visiebrief.

 

In de eerste vier jaar van het basispakket is er veel bereikt, concludeert de kunstraad. Het merendeel van de Amsterdamse basisscholen maakt gebruik van een of meerdere voorzieningen van het basispakket. Dat is positief, maar de kunstraad wijst er op dat de voornemens uit het coalitieakkoord van 2014 ten aanzien van het basispakket niet zijn uitgevoerd. Daarin staat: ‘Scholen worden zelf verantwoordelijk voor het cultuureducatie-programma en krijgen meer vrijheid bij de invulling hiervan. De gemeente zal hierin een ondersteunende rol spelen. Het convenant cultuureducatie wordt aangepast om dit beter mogelijk te maken.’ De aanbevelingen die DSP-groep nu doet zijn in lijn met het coalitieakkoord van 2014. De kunstraad heeft in vier adviezen (Verkenning – 2014, Voor elk wat wils – 2015, Functiehuis voor de Kunsten – 2015 en de Tussentijdse evaluatie muziekeducatiefunctie – 2015) aangedrongen op uitvoering van het coalitieakkoord en het daadwerkelijk in gang zetten van de ‘vernieuwingsthema’s’.

 

De kunstraad reageert in dit advies op de aanbevelingen in de rapportage van DSP-groep. Daarnaast vraagt de kunstraad aandacht voor (de rol van) enkele betrokken partners. In zijn reactie betrekt de kunstraad ook de derde, tevens laatste rapportage van de Kwaliteitsraad Basispakket kunst- en cultuureducatie.(2)

Het basispakket is te top down en te strak georganiseerd. In zijn huidige vorm biedt het te weinig keuzemogelijkheden voor de scholen wat betreft leerlijnen, disciplines, vak integratie en aanbieders. Binnen de muziekeducatiefunctie vindt de kunstraad het aantal aanbieders te beperkt en de kunstraad mist de vrijheid om te kunnen wisselen van aanbieder.(3) Scholen moeten zelf de regie kunnen houden en keuzemogelijkheden hebben die aansluiten bij hun ontwikkelingsfase. In de enquête van DSP-groep zegt 91 procent van de schoolleiders en zelfs 100 procent van de schoolbesturen: onze school/scholen moeten zelf kunnen kiezen voor welke discipline ze de vakdocent/coaching in het basispakket inzetten.

Scholen maken ook via hun handelen al duidelijk graag eigen keuzes te maken. Van de (gratis) mogelijkheden die scholen krijgen voor kunst- en cultuureducatie, vinden de faciliteiten waarbij de scholen zelf kunnen bepalen hoe (aan welke disciplines) het geld besteed wordt, verreweg de grootste afname: cultuurvouchers en de cultuurbus en -boot.(4)

 

_________________________

1 Leraren, schoolleiders en scholen buigen zich momenteel over de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen, voor negen leergebieden, waaronder kunst & cultuur. Deze ‘denktank’, curriculum.nu, vormt een vervolg op het visietraject Onderwijs2032 over toekomstbestendig onderwijs. Met de opbrengst van dit ontwikkelproces zullen kerndoelen en eindtermen worden geactualiseerd.

Met meer regie meer effectiviteit in het muziek- en kunstonderwijs – Derde rapportage Kwaliteitsraad Basispakket kunst- en cultuureducatie, november 2017.

In theorie hebben scholen een vrije keuze binnen de muziekeducatiefunctie, maar in praktijk kunnen scholen vaak nog steeds niet overstappen van Muziekschool Amsterdam naar Aslan of het Leerorkest, omdat de laatste twee instellingen veel kleiner van omvang zijn en dus eerder ‘vol’ zitten.

Evaluatie DSP-groep, Cultuureducatie Amsterdam, februari 2018.

 

Verbreding van het basispakket

multidisciplinair basispakket

De kunstraad is al lang voorstander van verbreding van het basispakket naar meerdere (crossmediale) disciplines met (gratis) lessen door een vakleerkracht.(5) Wat de kunstraad betreft verliest muziek zijn voorkeurspositie en zet het gemeentelijk beleid in op een basispakket met een minimum van twee gesubsidieerde leerlijnen kunst- en cultuureducatie op elke Amsterdamse school voor basis- en speciaal onderwijs. Het basispakket moet daarbij uitdrukkelijk de mogelijkheden bieden om beter aan te kunnen sluiten bij eigentijdse onderwijsontwikkelingen, zoals 21st Century Skills, waar mediawijsheid en burgerschap belangrijke onderdelen van zijn. De kunstraad pleit voor meer samenhang tussen disciplines onderling en tussen kunstvakken en overige schoolvakken: een multi- of interdisciplinair basispakket.(6)

 

leerlijnen

Multidisciplinaire leerlijnen zijn een goede mogelijkheid ter verbreding van het basispakket en spelen in op de toekomst. In de ogen van de kunstraad kent een multidisciplinaire leerlijn twee lezingen. Een multi-disciplinaire leerlijn is ofwel een combinatie en verbinding van verschillende kunstvakken, waaronder beeldende vorming, muziek, dans en drama, ofwel een leerlijn waarbij er een integratie van vakken is door inzet van de kunstdisciplines, zodat kunstvakken en andere vakken elkaar versterken. Essentieel vindt de kunstraad dat de keuze van de school voor de soort leerlijn, multidisciplinair of niet, leidend is. Een school moet juist ook voor een niet-instrumentele benadering van de kunstvakken kunnen kiezen, kunst om de kunst. Zeker als het onderwijzen plaatsvindt via de weg van onderzoekend leren, creëren, presenteren en reflectie.

 

culturele diversiteit

Het valt de kunstraad op dat culturele diversiteit als onderwerp afwezig is in de evaluatie van het basispakket. De kunstraad mist de insteek en zou meer aandacht voor dit onderwerp willen vragen, zowel in theorie als in praktijk. Soms heeft het niet afnemen van het basispakket te maken met culturele achtergrond. De uitgangspunten van het basispakket moeten daarom beter uitgelegd worden aan de scholen die het pakket nu niet afnemen. Culturele diversiteit moet ook terugkomen voor de klas, bij vak-docenten en in de lesstof. De manier van lesgeven moet aansluiten bij (alle) Amsterdamse kinderen; hun interesses en belevingswereld staan hierbij centraal.

 

De kunstraad adviseert:

  • Een basispakket met een minimum van twee gesubsidieerde leerlijnen kunst- en cultuureducatie
  • Maak een multidisciplinaire leerlijn binnen het basispakket mogelijk
  • Laat het basispakket aansluiten op de onderwijsvernieuwingen (21st Century Skills)
  • Meer oog voor culturele diversiteit bij zowel inhoud als uitvoering van het basispakket

 

_________________________

5 In zijn Verkenning van 2014 schreef de kunstraad: Het basispakket kent een indeling per discipline, maar cultuureducatie kan heel goed cross- of transmediaal worden aangeboden. Het gebruik van verschillende media binnen een project kan heel bevruchtend werken, evenals de verbinding tussen cultuureducatie en vakken als taal en rekenen.

Multidisciplinair betreft verschillende disciplines naast elkaar, interdisciplinair gaat over het in elkaar schuiven van disciplines, ten slotte kan er sprake zijn van transdisciplinair, waarbij uit de oude elementen een heel nieuw geheel ontstaat.

Meer regie en keuzevrijheid bij scholen

De kunstraad is van mening dat al vanaf het schooljaar 2018/2019 begonnen moet worden met een verschuiving richting meer keuzevrijheid voor scholen voor álle disciplines. DSP-groep adviseert hier pas in de volgende kunstenplanperiode, ná 2020, mee te beginnen. Dat vindt de kunstraad veel te laat. De scholen met ambitie en visie lijden onder de trage uitvoering van beleid dat al in 2014 werd ingezet. Het experiment kan gestart worden met de
scholen die nu niet goed passen binnen de huidige structuur van het basispakket, actieve voorhoedescholen die al verder zijn met hun visie op cultuureducatie.

 

Vraagsturing betekent een bezuiniging op de subsidie voor de muziekaanbieders, omdat een deel van hun subsidie naar een ‘vrije ruimte’ wordt gezet, waarin deze gelden beschikbaar komen voor alle aanbieders. De kunstraad verwacht dat (meer) regie bij scholen concreet zal betekenen dat er op het gebied van muziekeducatie een verschuiving zal plaatsvinden van Muziekschool Amsterdam naar het Leerorkest en Aslan. Omdat de huidige voorkeurspositie van het vak muziek bij sommige scholen op weerstand stuit, zullen ook scholen kiezen voor andere disciplines dan muziek. Meer regie bij de scholen en verbreding van het basispakket naar meer disciplines zal naar verwachting van de kunstraad de afname ervan vergroten.

 

De kunstraad adviseert:

  • Vraagsturing is loslaten: maak zo snel mogelijk ruimte voor meer regie vanuit de scholen
  • Begin in 2018 al met een experiment met de ‘voorhoedescholen’

Meer controle, toezicht en transparantie

DSP-groep pleit voor meer transparantie, op gebied van toedeling, bereik en verantwoording. Duidelijke aanbevelingen waar de kunstraad volledig achter staat. Volgens de kunstraad is de transparantie rond het basispakket onvoldoende. Er is te weinig controle en toezicht, met het gevolg dat het beschikbare geld niet bij elk kind terecht komt. De kunstraad vindt het een omissie dat er geen harde cijfers (beschikbaar) zijn en er geen controle of zicht is op wat er daadwerkelijk wordt afgenomen. De percentages in de Mocca Monitor en de evaluatie van DSP-groep zijn gebaseerd op enquêtes, die niet door alle basisscholen zijn ingevuld.(7) Ook de cijfers over scholen die gebruik maken van VLoA-gelden voor het inzetten van een vakleerkracht cultuur wisselen sterk.(8) Zolang dat niet in kaart is gebracht, is niet duidelijk hoeveel scholen (volledig) meedoen met het basispakket, hoeveel kinderen bereikt worden en hoeveel en welke kinderen dus níet bereikt worden.

 

De afname van het basispakket is gebonden aan een aantal voorwaarden. Het is echter de vraag in hoeverre het convenant daadwerkelijk wordt nageleefd, er wordt niet (genoeg) gecontroleerd of scholen aan de voorwaarden voldoen.(9) Scholen moeten zich verantwoorden en aantonen waar zij het geld aan hebben besteed. Veel scholen hebben geen cultuurbeleidsplan, zo blijkt uit de enquête. Dat is vreemd te noemen, aangezien het inzetten van VLoA-gelden dit vereist.

 

financieringssystematiek

Door de complexe samenhang van beschikbare middelen en faciliteiten is de financiering van het basispakket weinig transparant. De financiering komt uit verschillende ‘potjes’, een combinatie van rijksgeld en gemeentegeld, onderverdeeld in cultuurgeld en onderwijsgeld, met een eigen bijdrage van de scholen.(10) De kunstraad is van mening dat de systematiek, anders dan uit de enquête van DSP-groep blijkt, wel degelijk lastig is voor scholen: de verschillende geldstromen en voorzieningen samen zijn dermate versnipperd en onduidelijk, dat wellicht niet alle scholen hier voldoende gebruik van maken. Minder complexiteit zal controle en transparantie ook ten goede komen.

 

De kunstraad adviseert:

 

_________________________

Volgens de Mocca Monitor 2013-2017 ligt het percentage scholen dat gebruik maakt van het basispakket boven de 90%. Dit komt omdat meer dan 90% van de scholen gratis besloten vervoer afneemt. De afname van de gratis muzieklessen en muziek coaching zijn respectievelijk 77% en 50%. Alle percentages zijn op basis van de ingevulde enquêtes. Als de scholen die de enquête niet hebben ingevuld niet meedoen aan (deze faciliteiten van) het basispakket, zijn de percentages veel lager.

In de VLoA wordt een aantal subsidies geregeld op het gebied van personeel, onderwijsaanbod en activiteiten onder schooltijd die de gemeente onder bepaalde condities beschikbaar stelt voor het onderwijs. Een daarvan is ‘Vakleerkracht cultuur’. Financiële matching vanuit de school is hierbij een voorwaarde. De Kwaliteitsraad  constateert in zijn derde rapportage dat de Eindrapportage Mocca Monitor laat zien dat 60% van de respondenten gebruik maakt voor de voorziening, terwijl de gemeente het heeft over 90% van de scholen.

De enquête van DSP-groep laat zien dat in elk geval niet alle scholen de rijksbijdrage uit de prestatiebox volledig inzetten voor cultuureducatie, een van de voorwaarden voor deelname aan het basispakket. Ook wordt het aantal uur cultuureducatie dat per school per week wordt gegeven, niet bijgehouden (in de Mocca Monitor).

10 Landelijk: prestatiebox, impuls muziekonderwijs, cultuureducatie met kwaliteit / leerlijnenlabs. Amsterdam: vouchers (cultuur), voorzieningen basispakket (cultuur), VLoA-gelden (onderwijs).

Basispakket toegankelijk voor iedereen

Niet alle kinderen worden bereikt met het basispakket. Zo is de toegankelijkheid tot cultuureducatie (via school) voor chronisch en/of langdurig zieke kinderen onvoldoende. Het onderzoeksbureau DSP-groep concludeert terecht dat er meer aandacht moet zijn voor deze ‘vergeten kinderen’; cultuureducatie kan een grote bijdrage leveren aan hun ontwikkeling en welzijn.(11) Daarnaast is er nog een (grote) groep kinderen die ook niet profiteert van (alle) faciliteiten vanuit het basispakket.(12) De kunstraad adviseert ook deze groep in kaart te brengen en de ambitie ‘cultuureducatie voor iedereen’ meer kracht bij te zetten. Het verbreden en ‘opengooien’ van het basispakket zal in het bereiken van deze kinderen een eerste stap zijn.

 

De kunstraad adviseert:

  • Verbeter de toegankelijkheid voor álle ‘vergeten kinderen’

 

_________________________

11 Aanbeveling DSP-groep naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van raadslid Bouchibti over cultuuronderwijs aan chronisch en langdurig zieken, d.d. 9 november 2017.

12 Er zijn scholen die geen muziekeducatie afnemen, omdat vanuit geloofsovertuiging muziekonderwijs niet passend is. Dat betekent dat kinderen op deze scholen geen aanspraak zouden kunnen maken op het cultuureducatiegeld vanuit het basispakket. Ook zijn er scholen met een brede focus wat betreft cultuureducatie, waar de strakke vorm van het basispakket niet past bij de onderwijsvisie van de school.

Aansluiting VO (vmbo) en buitenschools

De kunstraad Verkenning Amsterdamse Kunstraad, 2014. signaleerde reeds dat de aandacht voor het basispakket in Amsterdam ten koste dreigt te gaan van de middelen die beschikbaar zijn voor het voortgezet onderwijs (VO) en voor de buitenschoolse kunsteducatie. Het is jammer dat de politieke ambitie zich veelal beperkt tot het primair onderwijs. De kunstraad vindt aandacht voor het VO, en dan vooral het vmbo erg belangrijk.

 

De kunstraad ziet een spilfunctie voor de cultuurhuizen en OBA-filialen in lokale coalities, waardoor er samenwerking ontstaat tussen scholen en kunstinstellingen in de wijk van de school. Scholen kunnen worden aangespoord gezamenlijk naschools aanbod voor hun leerlingen te (laten) organiseren in een talent hub, waarin meerdere disciplines vertegenwoordigd zijn. Een goed voorbeeld zijn de Britse Music Education Hubs, waar ook particuliere partijen bij betrokken zijn. Om het binnenschoolse en naschoolse aanbod met elkaar te verbinden adviseert de kunstraad dat de instellingen die zich met bekwamen bezig houden (gesubsidieerd en ongesubsidieerd) aansluiting zoeken bij de talent hub in hun omgeving.

 

De kunstraad merkt hierbij op dat voor bovenstaande initiatieven extra middelen nodig zijn. Het moet niet ten koste gaan van de bestaande subsidie voor het basispakket.

 

De kunstraad adviseert:

  • Meer aandacht voor kunst- en cultuureducatie-aanbod op het vmbo
  • Zorg met talent hubs voor een betere aansluiting tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie

Cluster Cultuureducatie

Het Kunstenplan 2017-2020 is opgesplitst in: A-Bis, fonds aanvragen en cluster cultuureducatie. De kunstraad heeft in een  Functiehuis voor de Kunsten, 2015. eerder advies uitgesproken dat het cluster cultuureducatie alle disciplines moet vertegenwoordigen en adviseerde het cluster uit te breiden.(13) Het college van B en W heeft het cluster echter op het gebied van kunstdisciplines beperkt tot muziek en het cluster dusdanig afgezonderd van het kunstenplan, dat de beoordeling van de subsidieaanvragen van deze instellingen ambtelijk is uitgevoerd door middel van een ‘verdeelvoorstel cluster cultuureducatie’. De onderbouwing in dit voorstel is vrij summier en aanvragers hadden in deze systematiek geen mogelijkheid om in beroep te gaan tegen hun subsidiebeoordeling.

 

De kunstraad pleit, net als DSP-groep (14), voor het uitbreiden van het cluster cultuureducatie naar alle binnenschoolse cultuureducatie in alle disciplines. Aanvragen voor subsidie moeten net als alle andere aanvragen in het kader van het kunstenplan door onafhankelijke commissies worden beoordeeld. Aangezien de betrokkenheid van de gemeenteraad bij het basispakket geborgd moet zijn, ligt het voor de hand advies van de kunstraad te vragen over de aanvragen voor het cluster cultuureducatie.

 

De kunstraad adviseert:

  • Breid het cluster cultuureducatie uit naar alle binnenschoolse cultuureducatie instellingen
  • Beleg de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvragen bij de kunstraad

_________________________

13 Als criterium om in het cluster opgenomen te worden formuleerde de kunstraad: ‘de organisatie moet zich primair richten op educatie en moet beschikken over een integrale visie op de cultuureducatie, waarbij zij zich richt op kennismaken, ontwikkelen en bekwamen.’

14 DSP-groep: ‘voorgaande betekent ook dat de muziekinstellingen gelijkgeschakeld moeten worden met de andere culturele instellingen in aanvraagprocedures voor gemeentelijke subsidie.’

Expertisecentrum Mocca

De kunstraad signaleert bij zowel scholen als culturele instellingen het gevoel dat Mocca buitenproportioneel veel subsidie ontvangt voor de geboden diensten. Mocca is in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 ambtelijk beoordeeld in het cluster cultuureducatie. Het verdeelvoorstel laat zien dat Mocca een jaarlijks subsidiebedrag van € 1.319.250 ontvangt, waarin een bedrag van bijna vier ton voor de vervoerskosten is opgenomen. Wat de daadwerkelijke overhead is, wordt niet duidelijk.

 

De rol van Mocca als ketenregisseur is vooral gericht op de scholen. Deze functie naar culturele instellingen toe is beperkt. De verbreding van het basispakket naar meerdere disciplines en meer keuzevrijheid voor scholen, heeft gevolgen voor de positie van Mocca.

Mocca zou de markt moeten zijn waar vraag en aanbod samen komen. Dat dit nu niet het geval is, ligt voor een deel besloten in het feit dat Mocca vanuit zijn taakomschrijving van de gemeente geen kwaliteitsoordeel mocht geven.(15)

Er is volgens de kunstraad veel winst te behalen op het gebied van het samenbrengen van partners (instellingen en scholen) en het beter zichtbaar maken van het aanbod (onder andere via de website). Het geven van een kwaliteitsoordeel is hier een logisch gevolg van.

 

De kunstraad adviseert:

  • Pas de taakomschrijving van Mocca aan

 

_________________________

15 Kunstenplan 2017-2020: Mocca ontvangt subsidie voor de uitvoering van advies- en expertisetaken in het kader van het gemeentelijk cultuureducatiebeleid, waaronder de uitvoering van het basispakket. De taken worden in nauwe samenwerking met de gemeente vastgesteld.

Vakleerkrachten en groepsleerkrachten

De Kwaliteitsraad signaleerde in de eerste rapportage (2014) een gebrek aan contact tussen de groepsleerkracht en de vakleerkracht muziek. De kunstraad constateert dat de samenwerking vakleerkracht en groepsleerkracht weliswaar verbeterd is, maar nog steeds te wensen overlaat. De samenwerking en aansluiting is essentieel in het slagen en succesvol zijn van het basispakket. Er is volgens de kunstraad winst te behalen bij de rol van opleidingen, door meer aandacht te geven aan ‘leren samenwerken’, bij zowel pabo als kunstdocent-opleidingen.

 

De kunstraad adviseert:

  • Zorg voor betere samenwerking tussen (toekomstige) vakleerkrachten en groepsleerkrachten

De monitoring van het basispakket was belegd bij de Kwaliteitsraad, die inmiddels is opgeheven.(16) De Kwaliteitsraad heeft in de afgelopen jaren drie deskundige rapportages uitbracht. De raad doet zelf de suggestie een ambassadeur aan te stellen om (een deel van) haar rol over te nemen. De kunstraad is benieuwd hoe de monitoring van het basispakket straks vorm gaat krijgen en vraagt zich af of het aanstellen van een enkele ambassadeur daarvoor de juiste methode is.

 

De kunstraad adviseert de subsidie voor het basispakket dusdanig te verhogen, zodat de ambitie van een minimum van twee leerlijnen voor alle Amsterdamse scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs beschikbaar is en waargemaakt wordt. Een uitbreiding van de VLoA lijkt de kunstraad de meest geëigende weg. Kunstvakken zijn volwaardige onderwijsvakken. Kunst- en cultuureducatie is gemeenschappelijk, integraal beleid en dat rechtvaardigt een gemeenschappelijke financiering vanuit onderwijs en cultuur. Naast een uitbreiding van het basispakket is de kunstraad van mening dat op het gebied van cultuur-educatie extra ingezet moet worden op het vmbo en op het naschoolse.

 

_________________________

16 De Kwaliteitsraad Basispakket Kunst- en Cultuureducatie is in 2013 door de gemeente Amsterdam ingesteld om de opbrengsten en het functioneren van het basispakket te onderzoeken en te evalueren en aan de hand hiervan (onafhankelijke) adviezen te geven voor extra onderzoek naar de kwaliteit of voor aanpassing en bijsturing van het basispakket.