Verkenning 2014
In de Verkenning 2014 beschrijft de Amsterdamse Kunstraad de stand van zaken in de Amsterdamse cultuursector op basis van waarneming door de ruim veertig adviseurs van de kunstraad en de cijfers die de kunstenplanstellingen (140 in totaal) hebben opgegeven bij de verantwoording over de besteding van de subsidie die zij in 2013 hebben ontvangen.
Beschrijving
De cultuursector in Amsterdam is een sterke, veerkrachtige sector gebleven ondanks de landelijke bezuinigingen die op 1 januari 2013 zijn ingegaan. Mede door de heropening van het Stedelijk Museum Amsterdam floreert de museumsector. De podia trekken een groeiend publiek, ook al moeten zij door teruglopende subsidies meer eigen inkomsten verwerven uit kaartverkoop of met horeca activiteiten. Festivals zijn erg in trek. Zij bieden makers en artiesten de mogelijkheid te experimenteren en een nieuw publiek op te bouwen. Er is een toename van crossovers zichtbaar en zowel grote als kleine instellingen in het kunstenplan treden steeds vaker op in het buitenland.
Aandachtspunten
Na het signaleren van deze positieve ontwikkelingen wijst de kunstraad het gemeentebestuur op een paar aandachtspunten. De kosten voor het cultureel vastgoed blijven stijgen en worden niet gecompenseerd. Er is hierdoor steeds minder geld voor het aanbod beschikbaar. Makers en uitvoerende kunstenaars worden steeds meer de sluitpost op de begroting. Hun arbeidsmarktpositie verslechtert in rap tempo, deels ten gevolge van het werken op basis van onrealistische begrotingen, waarbij de variabele arbeidskosten niet worden opgevoerd. De kunstraad bepleit het transparant maken van de vaste lasten aan huur en onderhoud binnen het totale kunstenplan.
Aanbevelingen
Ook doet de kunstraad enkele aanbevelingen in de Verkenning 2014. Naast de vier buurtaccommodaties, die overigens beter ‘cultuurhuizen’ genoemd kunnen worden, moet een educatieplek in Amsterdam Oost komen voor meerdere genres. Het basispakket cultuureducatie biedt nu voornamelijk muziek, hierin zouden andere disciplines meer ruimte moeten krijgen. De kunstraad vindt doorstroming belangrijk. Om jonge makers de kans te geven een plek te veroveren in het kunstenplan, adviseert de kunstraad instapplekken te introduceren met een subsidie voor 2 jaar. De generieke verplichting tot talentontwikkeling voor alle gesubsidieerde instellingen leidt tot een overaanbod in de cultuureducatie en kan beter worden afgeschaft. De kunstraad wil het publiek een stem geven in de advisering. Burgerparticipatie kan plaatsvinden via een kunstenpanel en/of een één procentregeling.