Voor de toekomst – voor de stad: Advies Kunstenplan 2025-2028
De Amsterdamse Kunstraad heeft op 14 juni 2024 het advies Voor de toekomst – voor de stad, ter voorbereiding van het Amsterdamse Kunstenplan 2025-2028 uitgebracht. Hierin adviseert de kunstraad over de verdeling van de kunstenplangelden voor de zeven instellingen die in het Kunstenplan 2025-2028 onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen.
De zeven instellingen, Amsterdam Museum, Bijlmer Parktheater, Het Nationale Ballet (NO&B), ITA (Internationaal Theater Amsterdam), Koninklijk Concertgebouworkest, Meervaart en Stedelijk Museum Amsterdam zijn beoordeeld aan de hand van vier criteria: artistiek belang, belang voor de stad, diversiteit en inclusie en uitvoerbaarheid.
Compensatie
De kunstraad adviseert de vermindering van het totale budget voor de zeven instellingen – drie miljoen euro per jaar – voor de kunstenplanperiode 2025-2028 te compenseren. De kunstraad roept op om (zo snel mogelijk) in 2024 deze reparatie vast te stellen voor de jaren 2025 en 2026. Daarnaast adviseert de kunstraad te onderzoeken welke ruimte er is voor het bevorderen van fair pay, het benodigde bedrag voor vastgoedonderhoud volledig beschikbaar te stellen en bij het nieuwe coalitieakkoord in 2026 in te zetten op een substantieel hoger budget voor kunst en cultuur.
Verdeling
De kunstraad vindt het belangrijk en noodzakelijk voor de culturele infrastructuur van de stad dat Bijlmer Parktheater in Zuidoost en Meervaart in Nieuw-West kunnen doorgroeien en adviseert een verhoging van de subsidie van beide podia. Om dit te realiseren adviseert de kunstraad met een kleine verschuiving van middelen het subsidiebudget voor Het Nationale Ballet, ITA en Koninklijk Concertgebouworkest bescheiden te verlagen. De kunstraad adviseert de subsidiebedragen voor Amsterdam Museum en Stedelijk Museum Amsterdam niet te verlagen.