Hoofdlijnen 2017-2020
Functiehuis voor de Kunsten: Advies Hoofdlijnen 2017-2020
De Amsterdamse Kunstraad (AKr) adviseert op verzoek van wethouder Ollongren over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020. De kunstraad kan zich vinden in de positieve teneur van het stuk ten opzichte van het belang van de kunsten voor de stad, maar bekritiseert de wijze waarop de wethouder een Amsterdamse Basisinfrastructuur benoemt van 17 ‘topinstellingen’ plus 4 cultuurhuizen. De kunstraad doet in zijn advies een voorstel voor een Functiehuis voor de Kunsten waarin tenminste 30 instellingen worden opgenomen en stuurt aan op samenwerking binnen het kunstenplan.
Een integrale visie voor de sector
De kunstenplansystematiek ondergaat een grote verandering. Een beperkt aantal instellingen kan een aanvraag indienen bij de gemeente waar de kunstraad over zal adviseren en de overige instellingen kunnen terecht bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). Het gemeentebestuur beoogt met de nieuwe systematiek de politiek op afstand te zetten maar wijst in de hoofdlijnen zelf, zonder advies van onafhankelijke deskundigen, 17 instellingen aan die op basis van 8 criteria een positie in de basisinfrastructuur zouden verdienen.
Nu het kunstenplan wordt opgedeeld in A-Bis en fonds, en de A-Bis duidelijke taken en verantwoordelijkheden heeft ten opzichte van het culturele veld, vindt de kunstraad het belangrijk om niet alleen op instellingsniveau, maar ook naar de complete A-Bis te kijken. De AKr adviseert om de A-Bis als geheel te onderwerpen aan een viertal criteria: evenwicht, representatie, spreiding en research & development.
Het Functiehuis voor de Kunsten
De AKr adviseert de gemeenteraad een A-Bis als Functiehuis voor de Kunsten te formeren die als geheel voldoet aan bovenstaande instelling-overstijgende criteria en adviseert om tenminste 9 instellingen aan de voorgestelde A-Bis toe te voegen en het budget hierop aan te passen. Belangrijk hierbij is volgens de kunstraad dat het functiehuis niet in beton wordt gegoten, maar in beweging blijft en elke vier jaar opnieuw gedefinieerd wordt.
De A-Bis moet een dwarsdoorsnede van de stad zijn en de diversiteit weerspiegelen van alle nationaliteiten in deze smeltkroes. Niet alleen steen (podia), maar ook mensen (makers). Niet alleen in het centrum maar ook buiten de ring. Alle disciplines en kunst voor jong en oud.
Samenwerking kunstenplan
‘Het college van B en W zet in de periode 2017-2020 in op een samenhangende kunst- en cultuursector door nieuwe coalities en verbindingen actief te stimuleren,’ aldus de hoofdlijnen. Deze intentie wordt volgens de kunstraad niet omgezet in daden: de voorgestelde uitwerking van het beleid zet een muur tussen A-Bis instellingen en fondsinstellingen. Daarom adviseert de kunstraad de nieuwe innovatieregeling bij het AFK te veranderen in een regeling voor ‘samenwerking & innovatie’ die open staat voor gezamenlijke aanvragen van alle vierjarige gesubsidieerde kunstinstellingen. Ook A-Bis instellingen moeten partner in een samenwerkingsverband kunnen zijn.
Cultuurhuizen
Het voorstel om de vier cultuurhuizen op te nemen in de A-Bis wordt door de kunstraad omarmd. Deze podia zorgen voor het experiment en de spreiding, die in een basisinfrastructuur niet mogen ontbreken.
De kunstraad adviseert dat de vier (financieel kwetsbare) cultuurhuizen de mogelijkheid moeten houden om aanvullende (project)financiering bij het AFK en bij hun stadsdeel aan te vragen.
De meerpolige stad
De kunstraad ondersteunt de beleidsdoelstelling van de wethouder om de cultuur meer te spreiden over de hele stad. Een aanzienlijk deel van de stadsdeelbudgetten wordt echter ondergebracht bij de centrale stad en veel instellingen op wijkniveau zijn onzeker over de toekomst van hun financiering. De kunstraad adviseert de gemeenteraad om de Rekenkamer opdracht te geven om uit te zoeken of er cultuurbudgetten op stadsdeelniveau verloren zijn gegaan bij het opheffen van de deelraden.
Cultuureducatie
De kunstraad kan zich vinden in het voorstel voor een cluster cultuureducatie buiten het kunstenplan, en ziet het cluster als een opening om voor cultuur én onderwijs een gezamenlijk beleid te formuleren. Het voorgestelde cluster beperkt zich tot Mocca, Voucherbeheer en de kunstenplaninstellingen van de Muziekeducatiefunctie. De AKr stelt dat het cluster cultuureducatie alle disciplines moet vertegenwoordigen en adviseert het cluster uit te breiden.