Advies

Advies Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024

Op vrijdag 15 november heeft het College De kracht van kunst en cultuur gepresenteerd, met de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024. Ten behoeve van het debat in de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering op 4 december brengt de kunstraad hier vandaag, 22 november, advies over uit. De kunstraad is positief over de omslag in het beleid die wordt gemaakt door wethouder Meliani, maar plaatst kanttekeningen bij de financiering van de ambities.

 

PDF

Advies Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024

Met De kracht van kunst en cultuur heeft wethouder Meliani een heldere visie op tafel gelegd. Deze Hoofdlijnen geven richting aan het cultuurbeleid. Er wordt aan instellingen gevraagd verbindingen aan te gaan met meer partijen in de stad en meer te reflecteren op de eigen positie in de samenleving, in de stad en op onze gezamenlijke geschiedenis.

 

In de Hoofdlijnen definieert de wethouder haar ambities voor het cultuurbeleid in de komende jaren als volgt (1):

– Groei van kunst en cultuur in wijken en meer aandacht voor makers

– Meer ruimte voor experiment, innovatie en de nachtcultuur

– Verbreding van cultuureducatie, talentontwikkeling en participatie

– Versterking van de internationale kunst en cultuur

 

De kunstraad leest dit als een krachtig appel aan de instellingen in het kunstenplan om nieuwe publieksgroepen aan te spreken en nieuwe gezichtspunten toe te voegen in de programmering. Dit College koerst op een verbreding van de sector, zowel in cultureel, geografisch als sociaal opzicht.

 

Omslag

Door het criterium ‘cultureel ondernemerschap’ en de eigen inkomstennorm (2) te laten vallen, komt er ruimte voor nieuwe initiatieven en instellingen die zich richten op een niche publiek. Dit biedt ook kansen voor cultuureducatie en talentontwikkeling, zowel in diepgang als in bereik, omdat de educatieve programma’s van instellingen meestal niet kostendekkend zijn. Het ‘afrekenen’ op aantallen (voorstellingen en bezoekers) maakt in deze Hoofdlijnen plaats voor streefcijfers van de instellingen zelf. Hiermee geeft de wethouder gevolg aan een wens uit de sector. Het invoeren van de Fair Practice Code moet leiden tot een verbetering van de positie van makers en freelancers. In de Hoofdlijnen heeft de kunstraad verder geen concrete voornemens aangetroffen om individuele makers te ondersteunen.


(1) De gemeenteraad heeft bij monde van Dorienke de Grave-Verkerk (VVD) tijdens de behandeling van de begroting 2020 om een lijst met beleidsprioriteiten gevraagd.

 

(2) In het huidige kunstenplan moeten de instellingen minimaal 25% eigen inkomsten behalen. Over de gehele linie wordt door alle kunstenplaninstellingen samen circa 50% eigen inkomsten gerealiseerd.

Financieel kader

Bij de start van de huidige coalitie heeft het College een extra 5 miljoen euro per jaar vrijgemaakt voor het Kunstenplan 2021-2024. Van de nieuwe middelen moet 0,8 miljoen euro naar het Cluster Cultuureducatie door het wegvallen van de reserve cultureel beleggen. Een verborgen tegenvaller, die maakt dat het voelt alsof er niet 5 miljoen euro extra beschikbaar is voor het kunstenplan, maar 4,2 miljoen euro. Voor drie nieuwe locaties is 2,9 miljoen euro gereserveerd vanaf 2023. Dat staat gelijk aan 1,45 miljoen euro vanaf het begin van het kunstenplan. Helaas weegt wat resteert van de nieuwe investeringen niet op tegen de verliezen voor de sector door het uitblijven van nominale compensatie en huurverhogingen die op vele plekken zijn of worden doorgevoerd. Zoals blijkt uit de berekeningen van onderzoeksbureau SiRM valt een groot deel van de nieuw beschikbare gelden voor het kunstenplan weg tegen het effect van het afschaffen van de loon- en prijsindexatie.(3) Niet alleen de instellingen die internationaal moeten concurreren hebben hier last van. Deze bezuiniging werkt cumulatief en drukt de sector in een krimpscenario. Het College had de sector niet mogen opzadelen met deze korting.

 

De beleidsambitie ‘meer aandacht voor de makers’ krijgt in de plannen van het College geen financiële vertaling. Er is niet voorzien in extra geld voor het uitvoeren van de Fair Practice Code. Om te voldoen aan de Fair Practice Code zal een instelling die moet werken met een gelijkblijvend budget bij naleving van de code minder kunnen produceren. De kunstraad verwacht geen plannen vol kwantitatieve ambities, maar kwalitatieve plannen die goed aansluiten bij de nieuwe norm voor fatsoenlijk honoreren.


(3) Zie Advies personele lasten kunstenplan van 1 november 2019.

Amsterdam Bis

Het verheugt de kunstraad dat de huidige A-Bis wordt omgevormd tot een Amsterdam Bis met instellingen op naam en acht functies waarvoor elf instellingen geselecteerd kunnen worden. Op deze wijze heeft het College invulling gegeven aan de belofte dat de A-Bis niet in beton is gegoten. Het Advies A-Bis 2021-2024 van de kunstraad is grotendeels gevolgd; de functies zijn een vertaling van de beleidsprioriteiten van dit College.

 

De nieuwe Amsterdam Bis met 31 instellingen kan een goede motor voor verandering worden, waarbij de internationale top van de kunst en cultuur in Amsterdam op sterkte kan blijven concurreren. De kunstraad heeft begrip voor de juridische complicaties waardoor het Advies A-Bis 2021-2024 niet volledig is overgenomen. De wethouder verdient complimenten voor de wijze waarop zij samen met de AKr en het AFK naar oplossingen heeft gezocht.

 

Regeling Innovatie & Ontwikkeling

In lijn met het advies van de kunstraad ontstaat er nu een Amsterdam Bis met grote en kleine instellingen.(4) De kunstraad vindt het goed dat er in de Amsterdam Bis een onderscheid gemaakt wordt tussen de instellingen op naam en de instellingen op functie waar het gaat om ‘verantwoordelijkheden en verplichtingen’. Tevens adviseert de kunstraad de Regeling Innovatie & Ontwikkeling van het AFK open te stellen voor de instellingen op functie in de Amsterdam Bis.

 

Tolhuistuin

De kunstraad stelde in juni 2019 dat de Tolhuistuin bezig is met een herpositionering en zich, samen met de partners in huis en in Noord, opnieuw moet uitvinden. Dat maakt naar mening van de kunstraad dat deze instelling op dit moment geen volwaardige Amsterdam Bis instelling is. In de Hoofdlijnen wordt dit bevestigd: de Tolhuistuin krijgt een bijzondere positie in de Amsterdam Bis met een speciale opdracht. De kunstraad verzoekt het College de opdracht aan de Tolhuistuin nader te specificeren. De invulling van deze opdracht zal een grote rol spelen bij de beoordeling door de kunstraad.

 

Samenstelling Amsterdam Bis

De Kunstraad brengt uiterlijk 15 juni 2020 advies uit aan het gemeentebestuur over de Amsterdam Bis. Uiteraard zal de kunstraad bij het beoordelen van de subsidieaanvragen op de functies de criteria toepassen van de Hoofdlijnen en geen voorrang geven aan de instellingen die genoemd zijn in het Advies A-Bis 2021-2024.

In de optiek van de kunstraad moet de gemeenteraad medio 2020 besluiten over de subsidiebedragen en samenstelling van de Amsterdam Bis – niet het College van B en W, zoals wordt voorgesteld in deze Hoofdlijnen.


(4) De kunstraad constateert dat Cinekid, Imagine IC en drie muziekensembles nu zijn uitgesloten van de Amsterdam Bis, aangezien er geen functies zijn waar zij op kunnen inschrijven. Hetzelfde geldt voor Tropenmuseum Junior en Nedpho Go!, twee landelijke instellingen die in Amsterdam subsidie ontvangen voor hun educatieve activiteiten.

Kunst en cultuur in de wijken

Toepassing van de vier beoordelingscriteria door de AKr en het AFK zal leiden tot meer geografische spreiding van gesubsidieerde culturele instellingen over de stad. De kunstraad is benieuwd naar de nieuwe locaties voor kunst en cultuur in Noord, Zuidoost en Nieuw-West waar vanaf 2023 een bedrag van 2,9 miljoen voor gereserveerd wordt. Het College verwacht dat deze ‘locaties’ in 2023 gereed komen, daarom mist de kunstraad hier een nadere uitwerking van de plannen: gaat het hier om podia, om presentatieplekken, of om multidisciplinaire voorzieningen? Worden deze in bestaand erfgoed gerealiseerd of gaat het om nieuwbouw en hoe verhouden de plannen zich tot de bestaande culturele infrastructuur?

Nu al rekening houden met het exploitatiebudget van accommodaties die nog gerealiseerd moeten worden, vindt de kunstraad verstandig. Ook de terugvaloptie voor de besteding van het geld, namelijk aan tijdelijke culturele voorzieningen in de wijken, kan op steun rekenen van de kunstraad.

 

In het huidige kunstenplan bedienen Podium Mozaïek, Theater de Meervaart, Bijlmer Parktheater en de Tolhuistuin een hoofdstedelijk publiek buiten het centrum. De wethouder heeft een kwartiermaker aangesteld om een plan te maken voor een soortgelijke voorziening in Amsterdam Oost. Op 11 juni 2019 heeft de wethouder aan de gemeenteraad laten weten een procesbegeleider aan te stellen om te komen tot een plan dat door de kunstraad of het AFK kan worden beoordeeld. De kunstraad vraagt zich af, of de samenwerking tussen PLEIN THEATER, Nowhere, Framer Framed, Q-Factory en De Rode Loper op School doorgaat en of het AFK deze gezamenlijke aanvraag in behandeling kan nemen. (5) De aanvraag is multidisciplinair, maar zal vanwege het ontbreken van die categorie in de regeling vierjarige subsidies van het AFK ingediend moeten worden in de discipline theater, muziek, beeldende kunst of cultuureducatie. Dit voorbeeld toont aan dat aanvragen die gewenste ontwikkelingen in gang zetten niet altijd passen in de werkwijze van het fonds. De kunstraad denkt dat meer instellingen hier tegenaan zullen lopen. Een gezamenlijke aanvraag van instellingen in Amsterdam Oost kan bovendien niet voldoen aan de instapeisen van het fonds.(6) Voor het ingezette beleid in Amsterdam Oost is ook geen plek ingeruimd in de Amsterdam Bis.

 

Stadscuratorium

Kunst in de openbare ruimte kan een nieuwe impuls krijgen door het bestaan van het Stadscuratorium(7). Voor de activiteiten van het Stadscuratorium stelt het College vanaf 2021 een budget van 100.000 euro beschikbaar, dit is inclusief ondersteuning (8) en vacatiegeld. De AKr vraagt zich af hoeveel er in 2020 beschikbaar is. En waarom worden de gelden voor kunst in de openbare ruimte van 600.000 euro per jaar geheel besteed via het AFK en niet via het Stadscuratorium, waar de expertise ligt? Vanuit de projectsubsidies heeft het AFK een belangrijke rol gespeeld in het aanleggen van de collectie ‘buitenkunst’. Nu begint een nieuwe fase. Het Stadscuratorium ontwikkelt een visie op de buitenkunst in Amsterdam en daarin past het uitzetten van opdrachten en het beoordelen van projecten, zodat de ontwikkeling van kunst in de openbare ruimte in de stad kan plaatsvinden op basis van een integrale afweging.


 

(5) In artikel 1.4.4 van de regeling vierjarige subsidies van het AFK staat dat er per aanvrager slechts 1 aanvraag kan worden ingediend.

 

(6) Een aanvrager voor de vierjarige regeling moet minimaal 3 jaar als rechtspersoon bestaan en minimaal 2 jaar voor de regeling Innovatie & Ontwikkeling.

 

(7) Het Stadscuratorium is in 2019 ingesteld op basis van een initiatiefvoorstel van GroenLinks.

 

(8) De kunstraad wil er nogmaals op aandringen het Stadscuratorium te voorzien van een onafhankelijke ondersteuning.

Nachtvisie

Het nachtleven is meer dan dansen, drinken en geld verdienen. In het uitgaansleven kan volop geëxperimenteerd worden met nieuwe kunstvormen en vindt kruisbestuiving tussen verschillende disciplines plaats. De nacht is ook een ontmoetingsplaats voor mensen uit verschillende delen van de stad. Maar ruimte voor nachtcultuur wordt steeds kostbaarder en nicheprogrammering dreigt uit het nachtleven te verdwijnen, constateert het College. Daarom heeft zij in de Hoofdlijnen ruim aandacht voor de artistieke meerwaarde van de nachtcultuur.

 

Innovatieve nachtcultuur verdient een plek binnen de kunsten, maar de kunstraad vindt niet dat alle kunstenplaninstellingen nachtprogrammering moeten ontwikkelen. Er doet zich juist een verschuiving voor waarbij partijen uit het nachtleven overdag zijn gaan programmeren, vooral op festivals. Er zijn grote commerciële belangen in de nachtcultuur; de discrepantie tussen de commerciële partijen en de (veelal kleine) niet commerciële organisaties en artiesten is groot. De kunstraad benadrukt dat vooral het underground circuit, waar het experiment plaatsvindt, in dit verband aandacht verdient. Bij het verstrekken van meer 24-uurs vergunningen moet, naast het maatschappelijke aspect, ook het artistieke belang worden meegewogen. De kunstraad gaat er van uit dat de gemeente in de nog te ontwikkelen Nachtvisie met name oog zal hebben voor innovatieve artistiek interessante partijen bij wie commerciële belangen secundair zijn.

Cultureel vastgoed

Ten aanzien van gebouwen die behoren tot het cultureel erfgoed van Amsterdam kiest het gemeentebestuur niet alleen voor bescherming en verduurzaming maar ook voor herbestemming en transformatie. De kunstraad vindt het heel belangrijk dat cultureel vastgoed behouden kan blijven door middel van renovaties en herbestemming. Voor het faciliteren van (alternatieve) cultuur is de beschikbaarheid van ruimte van groot belang. Een duurzaam beleid voor maatschappelijke huur is essentieel, omdat de stad onbetaalbaar dreigt te worden voor kunstenaars en kleine en middelgrote kunstinstellingen. Het middenveld van beeldende kunstinstellingen bijvoorbeeld heeft moeite te floreren onder de druk van hoge huurprijzen.

 

De richtlijnen voor het verplichte onderhoud van cultuurpanden door instellingen in het kunstenplan zullen in de toekomst strikter worden gehanteerd. Ook wil het College dat alle instellingen die een pand beheren, bijdragen aan de verduurzaming van het vastgoed en het pand toegankelijk maken voor mensen met een fysieke beperking. De kunstraad wijst er op dat dit ook moet gelden voor de artiesteningang. Het is opvallend dat over de kosten van de aanpassingen en verduurzaming niet gerept wordt. Ronduit zorgwekkend is de opstelling van het gemeentebestuur inzake de huren. Over de invoering van de nieuwe huurprijzen kan het College geen duidelijkheid verschaffen, zodat instellingen bij hun aanvraag voor het komende kunstenplan niet weten hoe hoog hun huur zal zijn in de betreffende periode. Dat maakt het opstellen van een realistische begroting onmogelijk.

 

Vrijplaatsen

De experimentele ruimte die vrijplaatsen bieden, is van grote (artistieke) waarde en kan in het cultuurbeleid niet ontbreken. Vrijplaatsen zoals Ruigoord en voorheen ADM met festivals als Robodock, spelen een belangrijke rol als kweekvijver, waar vele clubs, festivals en andere culturele organisaties hun voordeel mee (kunnen) doen. Gezien de steeds duurder wordende grond- en vastgoedprijzen doet het College er goed aan de vrijplaatsen met hun niet commerciële karakter, speciale aandacht en bescherming te bieden. Experimentele ruimte van en voor Amsterdamse kunstenaars mag niet nog verder onder druk komen te staan. (9)


(9) Zie ook https://culturelestelling.amsterdam/

Cultuureducatie en participatie

Bij de uitvoering van het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie heeft de kunstraad vier jaar geleden aangedrongen op een onafhankelijke beoordeling van de aanvragen van de drie muziekaanbieders in het basispakket. Uit de Hoofdlijnen blijkt dat dit advies is overgenomen. Deze beoordeling is in handen gegeven van het AFK. Maar het budget van de muziekaanbieders, 5,3 miljoen euro per jaar, blijft bij de gemeente. Dit is volgens de kunstraad een merkwaardige constructie. De gemeente kan het AFK opdracht geven de aanvragen te beoordelen en het geld uit te keren, zoals gebeurt via de regelingen van het AFK. Wanneer de gemeente de subsidie verstrekt, kan de gemeente zelf de aanvragen beoordelen (zoals zij vier jaar geleden heeft gedaan) of de kunstraad verzoeken advies over de aanvragen uit te brengen.

 

Cultuurcoach

De grote vernieuwing in de aanpak van kunst- en cultuureducatie is de aanstelling van de cultuurcoach, iemand die ‘verbinding legt tussen huis, school en buurt’. Goede ervaringen met de inzet van buurtsportcoaches en de zinvolle rol die cultuurcoaches in andere steden vervullen, dragen bij aan vertrouwen in dit instrument. De kunstraad staat dan ook positief tegenover het initiatief en denkt samen met het College dat een cultuurcoach veel kan betekenen.

In Amsterdam is momenteel 125 fte voor sport en 2 fte voor cultuur (bij muziekscholen) als coach actief. Van de uitbreiding van 60 fte gaat 30 naar de sport en 30 naar de cultuur. Dat maakt een totaal van 155 tegenover 32. De kunstraad vraagt zich af waarom voor deze verdeling is gekozen en of de verhouding na gebleken succes (na de pilot in 2020) nog veranderd kan worden.

 

De Hoofdlijnen bieden geen duidelijkheid over de vereiste competenties van de cultuurcoaches. Moet deze persoon een kunstvakopleiding afgerond hebben, welke expertise wordt vereist? Ook mist de kunstraad onderbouwing van sommige keuzes die al gemaakt lijken te zijn, terwijl het initiatief nog nader uitgedacht moet worden. De rol van het onderwijs blijft onderbelicht. In eerdere adviezen heeft de kunstraad aangedrongen op meer regie bij het onderwijs. De kunstraad vraagt zich af waarom het de kunstenplaninstellingen zijn die een aanvraag in kunnen dienen voor de regeling Cultuurcoach en waarom er binnen de regeling twee verschillende aanvragen mogelijk zijn, een voor onder schooltijd en een voor erna.(10) De cultuurcoach is toch juist de verbindende factor?

 

De kunstraad geeft in overweging bij de pilot ook de mogelijkheid te betrekken dat scholen een aanvraag indienen. Bijvoorbeeld een cluster van scholen in een bepaalde wijk. Op die manier kan de cultuurcoach direct uiting geven aan de behoefte bij scholen zelf, zijn rol als verbinder in de wijk verwezenlijken en een coördinerende rol spelen met betrekking tot buitenschoolse activiteiten in wijken en buurten. Aanbieders die niet in het kunstenplan zitten, omdat ze bijvoorbeeld te klein zijn, worden dan niet buitengesloten.

 

Naschools aanbod

De kunstraad is benieuwd of in kaart gebracht is hoeveel naschools en buitenschools aanbod er is, in welke wijken en in welke disciplines. Naast scholen en instellingen kunnen broedplaatsen, of initiatieven als de Studiezalen in Nieuw-West, huisvesting bieden en een verbindende schakel vormen in het aanbieden van naschoolse cultuureducatie, vooral in de 32 ontwikkelbuurten, waar de maatschappelijke problemen het grootst zijn.

Voor kinderen van ouders met een krappe beurs kan budget aangevraagd worden bij het Jongerencultuurfonds Amsterdam (JCFA) voor deelname aan na- en buitenschoolse cultuureducatie. Het aanvragen van dit compensatiebudget is erg tijdrovend en moet niet te veel tijd van de cultuurcoach in beslag nemen.

 

Mocca

Mocca heeft een leidende rol gespeeld bij de invoering van het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie. Nu dit werk is voltooid, wordt in de Hoofdlijnen een taakuitbreiding voor het expertisecentrum aangekondigd. Mocca neemt een bemiddelende rol op zich tussen de scholen en de culturele instellingen. Dit vindt de kunstraad een goede wending waar al langer vraag naar was. Ook gaat Mocca een rol spelen in de cultuurparticipatie van de jeugd en zal de instelling verantwoordelijk worden voor de opleiding en begeleiding van de cultuurcoaches. Dit is een flinke belasting die nadere uitwerking vraagt.

 

Creatieve jongeren

De kunstraad mist in het hoofdstuk Maken en Meemaken het MBO als belangrijke schakel in de ontwikkeling van creativiteit van de Amsterdamse jongeren. In de Verkenning 2019 heeft de kunstraad aandacht aan deze groep besteed en ook in het advies Kunst, Culturele Diversiteit en Inclusiviteit heeft de kunstraad een aantal aanbevelingen gedaan om de innovatieve kracht van de jeugd te benutten, zoals openbare werving van freelance werk door de instellingen in het kunstenplan. Ook de kansen voor de creatieve industrie en de raakvlakken met het cultuurbeleid blijven in deze Hoofdlijnen onderbelicht.(11)

 

OBA

Het is goed dat het College in de Hoofdlijnen ruim aandacht besteedt aan Amsterdammers die op hoge leeftijd hun creatieve talenten willen gebruiken en ontwikkelen. In het licht van de demografische verhoudingen ligt hier een belangrijke taak voor de stad. De kunstraad is positief over de rol die de OBA pakt als de meest laagdrempelige culturele voorziening in de stad en ondersteunt de uitbreidingsplannen van de OBA voor nieuwe vestigingen, veelal samen met partners.


(10) Voor een cultuurcoach die primair onder schooltijd werkt, kunnen alleen kunstenplaninstellingen die als kerntaak cultuureducatie hebben, een aanvraag indienen. Voor een cultuurcoach die zich primair richt op naschoolse en buitenschoolse educatie, kunnen alle kunstenplaninstellingen die naschoolse talentontwikkeling verzorgen, een aanvraag indienen.

 

(11) Aanbeveling 12 uit het aangehaalde advies vraagt om een Stedelijke Beleidsvisie Creatieve Industrie.

Internationalisering en regionalisering

Wethouder Meliani start op korte termijn met een breed samengestelde werkgroep om een Actieplan Kunstenaarsklimaat op te stellen. Ook wil zij de mogelijkheden verkennen om de kunst- en cultuursector inzicht te bieden in betaalbare short-stay accommodaties is de regio Amsterdam. Bovenal adviseert de kunstraad in gesprek te gaan met vastgoedpartijen. De probleemanalyse is helder, het ontbreekt structureel aan oplossingen.

 

Het vestigingsklimaat voor kunstenaars kan ook verbeterd worden door met het Rijk te komen tot een kunstenaarsvisum. Een initiatiefvoorstel van GroenLinks leidde in de vorige periode tot een mogelijke route vergelijkbaar met de visumverlening aan kenniswerkers in de digitale economie. De kunstraad ziet dit als een grote kans en adviseert de gemeente dit initiatief met voorrang op te pakken en verder vorm te geven.

 

Het is positief dat dit College de internationale agenda verbreedt met haar eigen beleidsprioriteiten. Het stedennetwerk ACCESS is hier een voorbeeld van, omdat er interessante, minder voor de hand liggende partners bij zitten. De kunstraad is een groot voorstander van het aanhalen van de culturele banden met steden en regio’s in landen waar grote groepen Amsterdammers hun oorsprong vinden.(12) In het hoofdstuk Amsterdam in de wereld wordt gesteld dat ‘er (financiële) ruimte wordt geboden aan instellingen in het Kunstenplan 2021-2024 om deelname aan het Europese subsidieprogramma te verkennen’. De kunstraad vraagt zich af over welk geld dit gaat, aangezien het niet terugkomt in het financieel kader.

 

De samenwerking met de regio in het kader van de nieuwe matchingsregeling van het Rijk wordt wel beschreven maar niet gekwantificeerd. Welke mogelijkheden zijn er voor instellingen? De kunstraad is benieuwd welke instellingen in regionaal verband worden voorgedragen en hoe de selectie van die instellingen is geregeld. Is er bijvoorbeeld voorzien in een artistiek-inhoudelijk advies?


(12) Zie ook hoofdstuk Internationale ambities in de Verkenning 2019.

Code Diversiteit & Inclusie

De intentie inclusiever te werken en nieuwe publieksgroepen aan te spreken wordt breed gedragen in de cultuursector. Elke instelling geeft zijn eigen ambities aan bij het naleven van de code. In Amsterdam is het opstellen van een actieplan diversiteit vereist bij het indienen van een subsidieaanvraag. De kunstraad vindt het jammer dat de nulmeting vrijwillig is. Voor instellingen zelf is dit een goed startpunt van waaruit doelstellingen geformuleerd kunnen worden. De nulmetingen worden daarnaast in geanonimiseerde vorm door de onderzoeksdienst van de gemeente OIS gebruikt om inzicht te krijgen in de ontwikkeling naar een breder georiënteerde cultuursector. Op basis van deze analyse kan de gemeente bekijken hoe de sector ondersteund kan worden bij het realiseren van de doelstellingen op het gebied van diversiteit en inclusie. Het niet verplicht stellen van de nulmeting levert mogelijk te weinig materiaal op voor een representatief beeld van de sector.

Fair Practice Code

Op 1 november jl. heeft de kunstraad het advies Personele lasten kunstenplan uitgebracht. Bij dit advies hoorde een managementsamenvatting van een onderzoek door bureau SiRM naar de meerkosten van Fair Practice en indexatie van personele lasten. Eind november zal de kunstraad het hele onderzoek publiceren. Volgens de onderzoekers, die ook de landelijke meerkosten voor de uitvoering van de Fair Practice Code hebben berekend, vallen deze kosten voor de gemeente Amsterdam relatief mee.(13) Zij wijzen echter op de forse stijging van lonen en prijzen waardoor de vaste lasten van instellingen een steeds groter bestanddeel van de subsidies worden. Met andere woorden de bestedingsruimte voor programmering, inclusief het inhuren van freelancers neemt af.


(14) De Rijksoverheid kijkt aan tegen een kostenstijging van 25 miljoen euro voor de Basisinfrastructuur en de fondsen. In Amsterdam gaat het om 2,8 miljoen euro in 2021.

Governance Code Cultuur (GCC)

Een tijd lang is governance in de cultuursector een onderbelicht onderwerp geweest. De kunstraad heeft in de Verkenning aangegeven apart te adviseren over de rol van bestuurders en/of toezichthouders. Van de aanvragers voor subsidie uit het kunstenplan wordt verwacht dat zij in tien regels opschrijven hoe zij omgaan met de GCC. De kunstraad vindt de governance code 2019 een goed instrument van zelfregulering voor de grote instellingen. Ze hebben er de capaciteit voor. Bij middelgrote en kleinere instellingen is de code minder goed toepasbaar. In het Beoordelingskader Amsterdam Bis Kunstenplan 2021-2024, dat zo snel mogelijk na vaststelling van de Hoofdlijnen op de website van de kunstraad te lezen is, staat specifiek omschreven welke elementen de kunstraad in dit kader van belang acht.

Tot slot

De Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 hebben lang op zich laten wachten. Het directe gevolg hiervan is dat de aanvragers van meerjarige cultuursubsidies enkele weken minder tijd krijgen voor het opstellen van hun aanvraag. Veel kunstenplaninstellingen dienen ook een landelijke aanvraag in. De termijnen voor het aanvragen van subsidie lopen nu niet volledig parallel. Instellingen moeten bedenken en beargumenteren welk bedrag ze landelijk aanvragen en welk bedrag in Amsterdam. Hierbij hebben ze ook te maken met verschillende kaders en andere criteria.(14) Al meerdere malen is voorafgaand aan een nieuwe kunstenplanprocedure gesproken over het stroomlijnen van aanvraagprocedures met het Rijk. De kunstraad betreurt het dat op dit vlak weinig vorderingen worden gemaakt. Voor instellingen zou dit veel werk schelen.

(14) De beoordelingscriteria van de minister zijn: artistieke kwaliteit, vernieuwing, eerlijke beloning, bevorderen van emancipatie en participatie en geografische spreiding.