Amsterdam voor internationale kunstenaars
De Amsterdamse Kunstraad heeft op verzoek van wethouder Kunst & Cultuur Ollongren het briefadvies Amsterdam voor internationale kunstenaars uitgebracht.
Het gemeentebestuur vroeg de AKr een advies uit te brengen over de mogelijkheden voor een kunstenaarsvisum voor Amsterdam, naar aanleiding van een initiatiefvoorstel hiertoe van GroenLinks. De kunstraad kan zich goed vinden in de wensen van de initiatiefnemers. Het is spijtig als internationaal talent na het afronden van een opleiding of werkperiode de stad verlaat in verband met verblijfsvergunning en problematiek. De ambities van het gemeentebestuur met betrekking tot internationalisering van de cultuursector en meer diversiteit in het cultureel aanbod nopen tot een strategie om het makkelijker te maken voor internationale kunstenaars om in Amsterdam te wonen en te werken.
In het advies gaat de kunstraad eerst in op de visum- en verblijfsvergunningmogelijkheden voor kunstenaars, om daarna te kijken naar het vestigingsklimaat voor kunstenaars.
1. Visum- en verblijfsvergunningmogelijkheden voor kunstenaars
De gemeente Amsterdam heeft geen bevoegdheid op het gebied van visumverstrekking. Een ruimer toelatingsbeleid voor kunstenaars kan alleen gerealiseerd worden door medewerking van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). In de adviesaanvraag vraagt u of het mogelijk is tot een vereenvoudiging te komen van het verkrijgen van verblijfsvergunningen voor internationale kunstenaars. Om die vraag te beantwoorden is het goed te weten van welke regelingen nu gebruik wordt gemaakt door de culturele sector. Een groot deel van de kunstenaars werkt als zelfstandige, daarom legt de AKr in dit briefadvies de nadruk op de mogelijkheden voor freelancers.
Bestaande regelingen
- Wanneer een internationale kunstenaar door een (Amsterdamse) culturele instelling wordt uitgenodigd om een presentatie te geven of een tentoonstelling in te richten, volstaat doorgaans een toeristenvisum (Visum Kort Verblijf).
- Wanneer een kunstenaar voor maximaal zes aaneengesloten weken binnen een periode van dertien weken in Nederland komt werken, voldoet een Visum Kort Verblijf en hoeft geen werkvergunning te worden aangevraagd. Dit is een uitzondering op de Wet arbeid vreemdelingen voor culturele organisaties en wordt soms de ‘festivalregeling’ genoemd.
- Hoger opgeleiden (hbo- en wo-studenten aan Nederlandse hogescholen en universiteiten) kunnen tot drie jaar na het behalen van hun diploma een beroep doen op de Regeling zoekjaar hoogopgeleiden bij de IND om een verblijfs- en werkvergunning voor een jaar te krijgen.
- Bij de IND kunnen kunstenaars een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning voor twee jaar als zelfstandige aanvragen. Alle zelfstandigen worden getoetst door het ministerie van Economische Zaken aan de hand van een puntensysteem. Alleen bij kunstenaars wordt de aanvraag getoetst door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Bij die toets wordt gekeken of er sprake is van een ‘wezenlijk cultureel belang voor Nederland’ bij het verblijf van de aanvrager. Hierbij geldt een verbinding met een structureel gesubsidieerde culturele instelling van landelijke betekenis als belangrijk kwaliteitscriterium.
Huidige knelpunten
De bestaande regelingen bieden mogelijkheden, maar de informatie is niet makkelijk vindbaar.
Het ministerie van OCW hanteert voor het toetsen van het wezenlijk cultureel belang voor Nederland het uitgangspunt dat de aanvrager een zakelijke band moet hebben met een culturele instelling die gesubsidieerd wordt door de Rijksoverheid of een van de vier grootste gemeenten. Culturele instellingen die geen meerjarige subsidie ontvangen, bijvoorbeeld omdat zij zich op het snijvlak van kunst en commercie bevinden of omdat zij minder afhankelijk zijn van de overheid (zoals musicals, dancemuziek, vrije theaterproducties en een deel van de letteren), kunnen internationale kunstenaars op deze manier geen plek bieden. Ook autonome kunstenaars die zelf hun werkveld definiëren, komen in de huidige regeling niet in aanmerking voor een verblijfstitel.
Een complicatie in de procedure tot visumverstrekking is dat kunstenaars als zelfstandig ondernemers worden gezien, maar dat veel van de kenmerken van ondernemers moeilijk aansluiten bij de praktijk van kunstenaars.
Zo wordt van de aanvrager verwacht dat hij een inkomen verwerft dat minimaal gelijk is aan het wettelijk minimumloon. Voor kunstenaars is het vaak lastig om met hun werkzaamheden aan deze minimuminkomsten te voldoen.
Procedures voor het aanvragen van een verblijfsvergunning zijn niet goedkoop. De leges die betaald moeten worden voor de Regeling zoekjaar hoogopgeleiden (622 euro) of voor de verblijfsvergunning voor twee jaar als zelfstandige (1.296 euro) vormen voor kunstenaars een serieuze barrière. Als onderdeel van de aanvraag voor een verblijfsvergunning als zelfstandige is de aanvrager verplicht om een door een accountant opgestelde winst/verlies-prognose (à 500 euro) in te leveren. Omdat het complexe materie betreft, huren veel aanvragers de expertise van een immigratieadvocaat in om de aanvraag te schrijven, waar kosten aan zijn verbonden. Een afwijzing voor een verblijfsvergunning kan doorwerken in andere Schengenlanden, waardoor de aanvrager extra druk voelt om professionele expertise in te schakelen.
In het Amsterdamse cultuurbeleid speelt diversiteit een belangrijke rol. Het gemeentebestuur hecht aan culturele diversiteit in de kunst- en cultuursector. Hieromtrent worden prestatieafspraken gemaakt met het veld. Kunstenplaninstellingen die zich specifiek richten op een divers aanbod, bijvoorbeeld op kunst uit Afrika of het Midden-Oosten, zijn dus van toegevoegde waarde voor de stad. Juist deze instellingen ondervinden veel last van de beperkte visummogelijkheden. Zij werken vaak met kunstenaars uit landen waar vanuit het vreemdelingen- en migratiebeleid extra kritisch naar wordt gekeken, en daarnaast beschikken deze instellingen dikwijls over relatief kleine (subsidie)budgetten.
Creatieve industrie
In het kader van de Citydeal Warm Welkom Talent is een aantal gemeentes en ministeries, in samenwerking met het Expatcenter Amsterdam, bezig om de verblijfs- en werkvergunning voor startende ondernemers te vergemakkelijken in het verlengde van de Start-Up Regeling. De AKr juicht dit initiatief toe en vindt het belangrijk dat Amsterdam aantrekkelijk is voor ondernemers in de creatieve industrie. De nieuwe regeling lijkt een goede aanvulling om creatieven buiten het traditionele (gesubsidieerde) kunstenveld meer mogelijkheden te bieden zich in Amsterdam te vestigen. Deze groep creatieven lijkt namelijk op dit moment tussen wal en schip te vallen, omdat zij niet samenwerken met structureel gesubsidieerde culturele instellingen en vaak niet door het puntenstelsel dat het ministerie van Economische Zaken hanteert heenkomen. De nieuwe regeling wordt op dit moment ontwikkeld en medio 2017 wordt er een voorstel verwacht. De kunstraad denkt dat dit initiatief kansen biedt voor de toegepaste kunst, waar jonge ondernemers in bijvoorbeeld de mode, de design, de commerciële film, of de architectuur een beroep op kunnen doen.
Het college stelt in de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van GroenLinks over een kunstenaarsvisum voor om deze nieuwe regeling ook toegankelijk te maken voor kunstenaars. De kunstraad denkt dat deze route geen oplossing kan bieden voor de problemen waar internationale kunstenaars en instellingen tegenaan lopen die met deze internationale makers willen werken. Het bestaande instrumentarium sluit beter aan op hun behoefte, mits dit bredere bekendheid krijgt. Ook kan de gemeente, wat de AKr betreft, met de IND overeenkomen dat de Amsterdamse aanvragen van kunstenaars voor een verblijfsvergunning in het vervolg niet door het ministerie van OCW, maar door de gemeente Amsterdam worden getoetst. De vraag of er sprake is van een ‘wezenlijk Amsterdams cultureel belang’ bij het verblijf van de aanvrager zou dan centraal kunnen staan.
Los daarvan doet de kunstraad de volgende aanbevelingen.
Aanbevelingen kunstraad
Creëer een gidsfunctie
Er is behoefte aan een overzicht van alle visum- en verblijfsvergunningmogelijkheden, en een centraal aanspreekpunt in de stad. Om zich gastvrijer op te stellen zou de gemeente Amsterdam een aanspreekpunt moeten inrichten waar zowel kunstenaars als culturele instellingen terechtkunnen met vragen en toelichting kunnen krijgen op de mogelijkheden. Dit aanspreekpunt of loket, strikt gericht op cultuur, fungeert naar het idee van de AKr niet als poortwachter maar als begeleider en neemt de aanvrager bij de hand. Het aanspreekpunt kan de kunstenaar wegwijs maken in de mogelijkheden voor woon- en werkruimte, en adviseren over de verschillende visum- en verblijfsvergunningmogelijkheden. Zo nodig kan dit aanspreekpunt een lijst van advocaten verstrekken die gespecialiseerd zijn in immigratierecht. Volgens de AKr zou het aanspreekpunt kunnen worden ondergebracht bij het Amsterdamse Expatcenter en zou het Kunstenloket van de stad Brussel als voorbeeld kunnen dienen.
Een bijdrage aan leges
Als Amsterdam internationaal talent wil aantrekken en vasthouden, kan de stad dit doen door een bijdrage te leveren aan de kosten die aanvragers moeten maken om een verblijfsvergunning te verkrijgen. De kunstraad adviseert om op stadsniveau een faciliteit op te zetten voor een tegemoetkoming in verblijfsvergunningleges voor kunstenaars. De uitvoering zou kunnen liggen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst.
Uitbreiding definitie van wezenlijk cultureel belang
De kunstraad adviseert de wethouder zich hard te maken bij de minister van OCW om het begrip wezenlijk cultureel belang breder te definiëren. De AKr meent dat de mogelijkheden moeten worden uitgebreid naar alle disciplines, naar opkomende genres en niet-gesubsidieerde cultuur, naast de gesubsidieerde culturele instellingen.
Stimuleer kennisuitwisseling
De ambtenaren van de IND beslissen over aanvragen voor een verblijfsvergunning. Zij zijn mogelijk niet allemaal goed op de hoogte van de inkomenspositie van (beginnende) kunstenaars. Ook weten zij wellicht niet hoe internationaal en bijzonder de in Amsterdam gevestigde postacademische opleidingen zijn. Het is mogelijk dat zij het aspect van kapitaalvernietiging bij vertrek van een afgestudeerde student over het hoofd zien. Daarom adviseert de AKr de wethouder een aanbeveling te doen aan de directies van de postacademische opleidingen om de ambtenaren van de IND die de culturele aanvragen behandelen, uit te nodigen voor een gesprek om hen te voorzien van meer kennis en context.
2. Het Amsterdamse vestigingsklimaat
Aantrekkelijk vestigingsklimaat
Amsterdam investeert jaarlijks 123 miljoen euro in het kunstenplan en beschikt daarmee over een sterke gesubsidieerde cultuursector, als kern van een bloeiend kunstenveld dat ook vele particuliere en private initiatieven omvat. De stad is compact en het aanbod is gelaagd en bestrijkt alle disciplines. De kunsten worden op velerlei niveaus beoefend: van internationale topkunst tot en met cultuureducatie en amateurkunst. Deze breedte maakt de stad aantrekkelijk voor kunstenaars uit andere landen.
Het vestigingsklimaat wordt tevens bepaald door de internationale oriëntatie van Amsterdam. Zowel grote als kleine culturele instellingen hebben in de loop der jaren interessante contacten aangehaald en maken nu deel uit van internationale netwerken. Sommige instellingen zijn toonaangevend in de wereld, zodat zij veel internationaal talent aantrekken.
Knelpunten vestigingsklimaat
Wonen en werken in Amsterdam is duur, de stad is goedkoper dan Londen en Parijs, maar duurder dan Berlijn en Brussel. Het is niet gemakkelijk om betaalbare woonruimte in Amsterdam te vinden. Een topinstelling als het Koninklijk Concertgebouworkest heeft moeite om jonge internationale musici aan te trekken omdat zij geen betaalbare woning kunnen vinden. Kunstenaars die aan de Rijksakademie hebben gewerkt, verlaten de stad na hun residency door gebrek aan betaalbare woon/werkruimte.
In februari 2016 is een herzien atelier- en broedplaatsenbeleid vastgesteld door de gemeenteraad, dat moet leiden tot meer doorstroming in de bestaande voorraad atelierruimtes. Voor de realisatie van nieuwe broedplaatsen is vanaf 1 januari 2017 € 1,1 miljoen beschikbaar, zodat deze worden uitgebreid met ten minste 10.000 m2 per jaar. De AKr constateert echter dat de beoogde doorstroming in het atelierbeleid tot veel onzekerheid bij huidige bewoners/gebruikers heeft geleid en nog weinig nieuwe mogelijkheden heeft opgeleverd.
In het beleid moet een onderscheid gemaakt worden tussen ateliers en werkruimtes die ook geschikt zijn voor bewoning. Doorstroming in atelierwoningen staat op gespannen voet met de huurbescherming. Dynamiek is geen doel op zichzelf, artistieke vernieuwing komt net zozeer van ervaren kunstenaars die na jaren van studie hun beste werk maken. Hoewel de meeste kunstenaars als cultureel entrepreneur werkzaam zijn, verschillen zij sterk van de culturele ondernemer. De artistieke roeping is leidraad en de verdiensten zijn daaraan ondergeschikt. In de kunst bestaan geen ‘verdienmodellen’ die een permanent stijgende lijn vertonen. Veruit de meeste kunstenaars kiezen voor een bestaan op (of zelfs onder) het minimum.
De kunstraad prijst het college voor de keuze tot uitbreiding van de ‘IJzeren voorraad’, maar waarschuwt het gemeentebestuur voor de consequenties van de Woningwet 2015. Wanneer kunstenaars worden gezien als zelfstandige ondernemers, kunnen de huurprijzen voor ateliers en atelierwoningen een vlucht nemen. De nieuwe wet dreigt de bestaande voorraad aan te tasten, wat ernstige, direct voelbare effecten zal hebben op het vestigingsklimaat in de stad.
Aanbeveling kunstraad
Anders dan in andere (economische) sectoren leidt meer onderlinge concurrentie niet per definitie tot betere kunst. Wat de kunstraad betreft gaat het dus niet simpelweg om het kwantitatief verhogen van het aantal internationale kunstenaars in Amsterdam, zonder dat er gesproken wordt over wat de stad deze internationale kunstenaars te bieden heeft en wat zij de stad kunnen bieden. De AKr adviseert het gemeentebestuur daarom na te denken over welke groep kunstenaars de stad wil aantrekken, waarbij het absorptievermogen van Amsterdam en de doorstroommogelijkheden in de verschillende sectoren goed in ogenschouw moeten worden genomen. \
De AKr merkt op dat de huidige regelingen (onder andere het broedplaatsenbeleid) voornamelijk mogelijkheden bieden voor vaak jonge, beginnende (buitenlandse) kunstenaars, die al in Nederland wonen en studeren. Zij kunnen gebruikmaken van het zoekjaar en in deze periode hun netwerk opbouwen/uitbouwen om opdrachten te vergaren. De internationale mid career kunstenaars die niet recent in Nederland hebben gestudeerd, hebben doorgaans geen netwerk waarop zij een beroep kunnen doen bij het doen van een verblijfsvergunningsaanvraag als zelfstandige, terwijl juist zij potentieel interessant zijn als aanvulling op het Amsterdamse culturele landschap.
Naast de visumverlening zit het knelpunt overduidelijk in een gebrek aan betaalbare woonruimte. De kunstraad adviseert woningen voor kunstenaars te faciliteren, analoog aan de huisvesting voor studenten, die het hun mogelijk maakt hier te verblijven.