Nieuwsartikel

De toekomst van het Stedelijk in de stad en in de wereld

Ondanks de voor Nederlandse begrippen barbaarse weersomstandigheden was het debat over de toekomst van het Stedelijk Museum dat de kunstraad samen met De Balie organiseerde goed bezocht.

Felix Rottenberg schetste bij de opening langs welke lijnen de kunstraad in het voorjaar van 2018 een advies aan wethouder en gemeenteraad zal opstellen. De verhouding tussen een publiek museum en de wereld van het grote geld die de hedendaagse kunst in de greep heeft; de plek die het museum inneemt in de keten van de beeldende kunst in Amsterdam (al verkiest Rottenberg het woord ketting boven keten); en hoe het museum omgaat met de enorme collectie van bijna honderdduizend objecten. Moet het museum ook op andere plekken in de stad exposeren?

stel de simpele vraag: wat verwacht het publiek?

Anna Tilroe, die in haar pamflet De ja-sprong. Naar een nieuwe vitaliteit in de kunst reeds een interessante analyse van het krachtenveld in de hedendaagse kunst had gegeven, had een doorwrochte inleidende Lees hier Anna Tilroe’s volledige presentatie: Het Stedelijk Museum moet weer een vitaal huis voor de kunst worden. toespraak voorbereid. Ze sprak over machtsstructuren van het globale kapitalisme en de funeste rol van superrijke jetset, en het idee dat deze bepalend zouden zijn voor de ontwikkelingen in de kunst. ‘Maar laat ik u uit de droom helpen: ontwikkelingen in de kunst bestaan niet. Er is geen kunstenaar die denkt, ik ga een bijdrage leveren aan de ontwikkelingen in de kunst.’ Het is eerder de wereld om de kunst heen, de fondsen bijvoorbeeld, die nog steeds het oude avant-garde idee hoog houden en vinden dat elk werk experimenteel moet zijn.

Tilroe stelde dat we niet vanuit een verouderd kunstbegrip moeten denken, maar ons de simpele vraag moeten stellen: Wat verwacht het publiek?

203245-groen-Inline
Annet Zondervan, directeur van CBK Zuidoost en Niels Van Tomme, directeur van De Appel arts centre, dat tegenwoordig in Nieuw-West huist, gaven vervolgens beide hun visie op Stedelijk Museum Amsterdam, gezien vanuit de periferie. De keten, of ketting, bleek nog niet zo erg goed te werken. Op de vraag of de Appel gemakkelijk bruiklenen van het Stedelijk kon krijgen, antwoordde Van Tomme: ‘Het Stedelijk leent soms van ons.’

 

Zondervan maakte van de gelegenheid gebruik om haar ideaal van een grote presentatieplek in Zuidoost te promoten. CBK Zuidoost, Imagine IC en een slavernij instituut zouden de vaste kern kunnen vormen en het Stedelijk zou met het Tropenmuseum en het Amsterdam Museum als een flexibele schil een grote tentoonstellingsruimte in dit nieuwe cultuurpand kunnen vullen.

Van Tomme somde drie uitgangspunten op waar Stedelijk Museum Amsterdam volgens de staf van De Appel aan moet voldoen: het museum moet blijven canoniseren, het museum moet internationaal blijven denken en sterke tentoonstellingen maken en het museum moet zijn collectie centraal stellen.

'investeer in het artistieke voorproces: kunst die nog knarst en ver weg is van de hype'

Hierna gaf gespreksleider Rottenberg het woord aan ‘de mensen waar het om gaat, de kunstenaars’. Jan Dibbets, met een indrukwekkend aantal internationale successen op zijn naam, kent het museum van binnen en van buiten, omdat hij ook in de Raad van Toezicht heeft gezeten. Dibbets memoreerde de gloriedagen van het museum, nog voor Tate Modern en Centre Pompidou de deuren openden. ‘Bij het verzamelen had Stedelijk directeur De Wilde de eerste keus.’ Hij hekelde het rapport van de commissie Sanders Het Stedelijk terug naar de top, dat hemelhoge aspiraties schetste met bezoekersaantallen die onhaalbaar zijn voor het tonen van hedendaagse kunst.

Het museum, betoogde Dibbets, moet zich niet spiegelen aan een MoMa of een Tate die 25 keer meer budget hebben. De toekomst

205847-groen-Inline
ligt in een eigen wijze van functioneren. Maak tentoonstellingen vanuit het atelier van de kunstenaar. Investeer niet in het kolossale, investeer in het artistieke voorproces: kunst die nog knarst en ver weg is van de hype.

 

Over de rand van zijn brillenglazen keek Dibbets af en toe op naar het publiek dat zijn woorden nauwlettend aanhoorde: ‘De wereld van de kunst is een heel andere dan de kunstwereld. Op beurzen als de Frieze Art Fair en Art Basel is voor SMA niets te halen. Het Stedelijk moet het truffelzwijntje zijn dat zijn eigen gang gaat en vooral niet meedoen met de waan van de dag.’

de collectie is zo sterk, dat het heel goed mogelijk is werk te maken met of op basis van de collectie

Dibbets maakte veel indruk met zijn betoog voor een eigen koers voor het museum. Barbara Visser en Charl Landvreugd konden zich er bijna geheel bij aansluiten. Alleen de oproep van Dibbets voor een verhoging van het aankoopbudget ondersteunde Visser niet volledig. De collectie is zo sterk, dat het heel goed mogelijk is om kunstenaars van nu opdracht te geven werk te maken met of op basis van de collectie, bracht zij in. ‘Je kunt via de collectie werken een context geven en daarom heen kun je een nieuw verhaal vertellen.’

 

Landvreugd wekte de indruk kritischer te zijn over het museum, dan hij hier op het podium in de Balie wilde toegeven. Hij sprak over een systeem en veel medewerkers die al lang in dienst zijn en wellicht het contact met de stad opnieuw moeten aangaan. ‘Het museum heeft veel aandacht voor internationale kunstenaars, maar weinig aandacht voor het internationalisme in de stad.’ Hij omschreef het artistieke dilemma van het museum als volgt: óf het museum ontwikkelt zich tot kathedraal van het modernisme (zoals bijvoorbeeld Dia in Beacon), dat een prachtige esthetische ervaring brengt maar waar de kunst autonoom wordt getoond, óf het museum versterkt juist de banden met de maatschappij. Ook sprak hij over de mogelijkheid om de aandacht voor internationalisme op een externe locatie uit te laten voeren, zoals P.S.1 in New York als externe locatie van het Moma functioneert, waardoor er in het Stedelijk Museum meer focus op de eigen collectie kan liggen.

212411-inline-groen
Tot slot sprak Rottenberg met Meier Boersma van galerie Vriend van Bavink en Xander Karskens, artistiek directeur van het Cobra Museum in Amstelveen. De laatste vond dat het museum vooral niet een consumptiemachine voor het massatoerisme moest worden en dat daarom het DNA en de structuren heel goed doordacht moeten worden. ‘Er moeten heldere keuzes worden gemaakt.’

Op de vraag van Rottenberg naar een goed voorbeeld, noemde Karskens het Van Abbemuseum in Eindhoven, maar ook de grote Spaanse musea vertellen verhalen die inclusief en pregnant zijn. ‘Gaat het om de bezoekerscijfers of om de kunst?’ stelde hij retorisch. Boersma hoopte dat het Stedelijk in de toekomst kan bijdragen aan het niveau van de kunst in de stad, waarbij hij refereerde aan kansen voor het talent dat hier afstudeert aan een van onze uitstekende kunstopleidingen.

 

Vanuit de zaal wees Platform BK op de noodzaak tot het gebruik van de Fair Practice Code door het Stedelijk voor betere vergoedingen aan kunstenaars. Interim-directeur Jan Willem Sieburgh lichtte toe waarom het zogeheten ‘Ammodo-onderzoek’ naar een nieuw Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA) nog niet was verschenen.

 

Katja Weitering, voorzitter van de commissie Musea van de kunstraad, gaf een flitsende samenvatting van de avond en bedankte de medewerkers van het museum voor de openheid waarmee ze de (vertrouwelijke) gesprekken met de kunstraad zijn ingegaan.

 

Ook Lees hier het verslag van Parool: Stedelijk moet minder leunen op de jetsetkunstenwereld. het Parool deed verslag van de bijeenkomst in de Balie.

 

 

 

 

 

 

Bekijk via Balie TV het gehele debat.