Nieuwsartikel

Uitgesproken tekst van Jan Raes, algemeen directeur KCO, over indexatie

Trefwoorden

Het aanvragen en toekennen van een meerjarig subsidie geschiedt aan de hand van een aantal duidelijke spelregels. De aanvrager maakt een meerjarenplan en bijbehorende begroting en dient deze in. De subsidiegever laat deze beoordelen en stelt het subsidie voor vier jaren vast.

Om dit op een overzichtelijke manier te kunnen uitvoeren en beoordelen  wordt een methode gehanteerd waarbij het gehanteerde prijspeil voor die vierjaarsperiode in de aanvraag gelijk wordt gehouden, net als het nominale bedrag dat in de uiteindelijke subsidietoekenning wordt vermeld.

Maar beide partijen weten dat de financiële parameters in die vier jaren zullen wijzigen. De impliciete afspraak is dat gedurende de looptijd van de  subsidie tenminste een correctie voor de inflatie wordt gegeven.

Het Concertgebouw
Afgelopen week gaven wij vier uitvoeringen van Mahler 2 voor uitverkochte zalen, met TV in zestig landen en live radio voor Nederland en Japan. Het was een groot succes.
Een uitvoering van een professioneel symfonieorkest is prachtig mensenwerk waarop geen efficiencyverbetering mogelijk is. 100 jaar geleden schreef Mahler die symfonie, die 90 minuten moet duren en waarvoor een podiumbezetting nodig is van 110 musici en 80 zangers. Dat zijn vaste waarden.
De voorbereiding en uitvoering  is geprofessionaliseerd, daar kan niets meer gewonnen worden. Het aantal weken dat een musicus kan spelen ligt vast, het aantal stoelen in het Concertgebouw is een gegeven, het speelveld is afgepaald.

Een van de weinige knoppen  waaraan de organisatie nog wat kan draaien is die van de prijs van het toegangskaartje en ook die knop is inmiddels wel aan het einde van zijn levensduur. Een Amsterdammer betaalt inmiddels meer voor  een kaartje van het Concertgebouworkest dan enige andere Europeaan voor zijn huisorkest, en bijvoorbeeld ook meer dan een inwoner van New York voor de New York Philharmonic. Intussen stijgen de kosten van zo’n  uitvoering langzaam maar zeker steeds verder.
Een musicus op onze loonlijst krijgt weliswaar net als vele andere Nederlanders al sinds 2009 geen salarisverhoging meer, maar  door de  kosten van periodieken, sociale verzekeringen en dergelijke lopen de loonkosten wel degelijk langzaam op.
Zaalhuren, huren van bladmuziek, de huur van kantoorruimte, transport en hotelkosten, noodzakelijke adviseringen et cetera, het betreft allemaal tarieven waarop wij weinig invloed kunnen uitoefenen, maar  de laatste jaren met verhogen tussen de anderhalf en 2,5 procent werden geconfronteerd.

Let wel: we hebben het over de jaren waarin de krant werd volgeschreven over het deflatiespook  en waarin wij binnen onze organisatie ook nog eens hard aan het bezuinigen waren.

Als we deze ontwikkeling doortrekken naar de komende jaren moet onze begroting van ongeveer 27 miljoen door deze autonome kostenstijging  jaarlijks met een bedrag tussen de zes en zeven ton groeien om op niveau te blijven. Netto.
Met een eigen inkomstenratio van ongeveer 55% betekent dit dat wij de eigen inkomsten ieder jaar  moeten laten stijgen met  een bedrag van krap vier ton om onze dekkingsgraad op orde te houden. Die vier ton extra komt van ons publiek. Ieder jaar weer.
Maar dan rekenen we nog buiten de waard van de subsidies. Daar wordt immers gerekend met een consumenten inflatiecijfer van laten we zeggen 1,5%. Dus zelfs wanneer  die hele anderhalf procent door de subsidiegever wordt toegekend, missen we nog steeds 1% ten opzichte van onze kostenontwikkeling. We rekenen nog even verder: 45% van 27 MIO is iets meer dan 12 MIO. Daar  1% van is 125.000 euro, die tellen we op bij de noodzakelijke groei van de eigen inkomsten en brengen die op een noodzakelijke jaarlijkse groei Eigen Inkomsten van een half miljoen per jaar  – te betalen door het publiek – MITS de subsidienten ook echt aan hun indexatietoezeggingen vasthouden.

Wij gaan die uitdaging graag aan, en zullen ook een eind komen. Maar dan zou het wel heel erg fijn zijn als de overheid ook zijn plicht serieus neemt en tenminste die indexatieopdracht volbrengt.

Het niet-indexeren van een meerjarig subsidie is in feite een verkapte bezuiniging, bespaar onze sector de komende jaren deze langzame en stille verstikking.