Uitvoeringskader Kunst in de openbare ruimte
De Amsterdamse Kunstraad is gevraagd om te adviseren over het Uitvoeringskader kunst in de openbare ruimte, dat is opgesteld naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van GroenLinks. De kunstraad is enthousiast over het idee van een stadscuratorium en ziet kansen om de zichtbaarheid van kunst en cultuur in de stad te vergroten en om nieuwe kunstprojecten te initiëren. Maar de AKr signaleert ook knelpunten en doet daarom een aantal aanbevelingen.
Voor de kunstraad staan twee vragen centraal bij de bespreking van het voorstel:
- wat heeft de stad nodig?
- waar zijn de makers in de stad het meest bij gebaat?
De kunstraad onderschrijft het belang van een stadscuratorium (college van curatoren) in plaats van een enkele stadscurator. Wat de kunstraad betreft moet het stadscuratorium functioneren in een omgeving waarin over de gehele publieke ruimte wordt gesproken. De kunst en het stadscuratorium verdienen een volwaardige positie bij de gebiedsontwikkeling. Het streven moet zijn dat het stadscuratorium meerjarige afspraken met andere grote spelers maakt, zoals woningbouwcorporaties, ontwikkelaars, multinationals en het havenbedrijf.
1. Profiel en structuur
expertise stadscuratorium
Het is goed dat de leden in het stadscuratorium verschillende vakgebieden vertegenwoordigen (kunst, stedenbouw, inrichting openbare ruimte en beheer), maar in dit palet mist de kunstraad nog een paar belangrijke vaardigheden. Zo is iemand met communicatie-expertise essentieel, aangezien de dialoog met buurtbewoners, partners en andere betrokkenen het vertrekpunt zou moeten zijn van elk project. Het is tevens cruciaal dat een van de stadscuratoren gespecialiseerd is in gebiedsontwikkeling, want een artistiek team alleen is niet toegerust om snel aan te sluiten bij gebiedsontwikkelingen. Ook acht de kunstraad het van belang dat binnen het stadscuratorium de kennis van en de gevoeligheid met de koloniale geschiedenis is gewaarborgd, zeker in het kader van het vraagstuk: hoe om te gaan met monumenten die refereren aan de koloniale geschiedenis?
De voorzitter, tevens boegbeeld van het stadscuratorium, moet een persoon zijn met gezag op artistiek terrein en ervaring op het organisatorische vlak. Hij of zij moet sterk in zijn schoenen staan en deel kunnen nemen aan het debat in de stad.
onafhankelijke uitvoeringsbegeleiding
In het Uitvoeringskader wordt voorgesteld om het stadscuratorium als een onafhankelijke commissie te beschouwen terwijl de uitvoeringsbegeleiding ‘in eerste instantie gevormd zal worden uit bestaande capaciteit’. Om als onafhankelijk advies- en uitvoeringsorgaan te kunnen opereren, is de kunstraad van mening dat zowel het stadscuratorium als de uitvoeringsbegeleiding onafhankelijk moet zijn, de regie moet immers niet bij de gemeente worden gelegd. Ambtenaren die nu bij een van de gemeentelijke diensten werken, kunnen als zij hiervoor opteren medewerker worden van het stadscuratorium. De kunstraad acht het van belang dat zij vervolgens na het pilotjaar, met ingang van 1 januari 2019, inhoudelijk volledig ten dienste staan van het stadscuratorium. Het ondersteunende team van projectleiders moet goede contacten onderhouden met de ambtenaren van Ruimte en Economie en Kunst en Cultuur, maar daar niet ondergeschikt aan zijn. Het team is ingebed in het culturele en sociale weefsel van de stad, moet vanuit een onafhankelijke positie in de haarvaten van de stad opereren, mensen snel bij elkaar kunnen brengen, en ook de weg weten bij de gemeente.
Verordening op het stadscuratorium
De relatie tot de gemeente kan het best geregeld worden in een Verordening op het stadscuratorium, vergelijkbaar met de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad. In de Verordening staan onder andere financiering, profielen en zittingstermijn opgetekend. De kunstraad adviseert de gemeenteraad nog voor het verkiezingsreces een besluit te nemen over de financiering van het stadscuratorium vanaf 1 januari 2019. Dit moet in de Voorjaarsnota 2018 worden vastgelegd. De gemeenteraad stelt de profielen van de leden vast en benoemt de leden en de voorzitter van het stadscuratorium. Ook de zittingstermijn, bijvoorbeeld vier jaar, met een mogelijkheid van verlenging van een zelfde periode, moet in de Verordening worden opgenomen. Het is raadzaam, net als bij de AKr, de termijn van de directeur vast te stellen op vijf jaar met een mogelijke verlenging van nog eens vijf jaar.
stadsbouwmeester
Wanneer na de verkiezingen en coalitievorming een stadsbouwmeester wordt aangesteld, die eveneens in staat is om bij gebiedsontwikkeling vanuit zijn onafhankelijke rol te sturen op kwaliteit en de maatschappelijke en culturele agenda toevoegt aan de economische woondynamiek, zou er een koppeling gemaakt kunnen worden tussen de stadsbouwmeester en het stadscuratorium.
2. Visie en budget
eerst een visie, dan advies over toedeling
Een onafhankelijk stadscuratorium is initiërend maar staat tevens open voor initiatieven van kunstenaars en instellingen of juist vanuit de private hoek. Het stadscuratorium moet gebruik maken van de kennis en deskundigheid die aanwezig is in de stad (onder meer bij Stadsdeel Centrum en Stadsdeel Zuid), en een visie ontwikkelen ten aanzien van kunst in de openbare ruimte van Amsterdam. Het Uitvoeringskader geeft daar nog alle ruimte voor. Het verbaast de kunstraad dan ook dat er in hoofdstuk 7 Financiën al geld is gereserveerd voor een inhoudelijk, specifiek doel: een website street art. De kunstraad vindt deze toedeling van €20.000 voor de jaren 2018-2020 prematuur.
budget 2018
Het is wat de kunstraad betreft een gemiste kans dat het college onlangs heeft besloten over de verdeling van het incidentele bedrag van € 1,8 miljoen dat beschikbaar is gesteld voor kunst in de openbare ruimte. Om het initiatief voor een stadscuratorium een faire kans te geven, hadden de huidige wensenlijstjes van stadsdelen en andere geledingen van de gemeente on hold gezet moeten worden. Het ware beter geweest deze incidentele gelden voor 2018 pas te verdelen, nadat er door het stadscuratorium een visie was geformuleerd.
percentageregeling
Het college wil een nieuwe financieringsregeling voor kunst in de openbare ruimte ontwikkelen, voortbouwend op de percentageregelingen uit de tijd van wederopbouw en stadsvernieuwing. De kunstraad adviseerde in zijn advies Culturele Investeringsrekening (2017) om de percentageregeling opnieuw in te voeren in Amsterdam. Het college heeft dit advies in het Uitvoeringskader overgenomen. Het budget dat middels deze nieuwe regeling beschikbaar komt, wordt wat de kunstraad betreft ter besteding verdeeld over de gemeente (via de stadsdelen), het AFK en het stadscuratorium, zodat er op drie niveaus een impuls aan de kunst in de publieke ruimte kan worden gegeven. Het stadscuratorium adviseert over het budget van de gemeente en is verantwoordelijk voor zijn eigen budget. Met het AFK vindt afstemming plaats.
3. Artistiek-inhoudelijk
doorstroming
Kunst in de openbare ruimte draagt bij aan de dynamiek van de stad. Naast het behoud van bestaande werken, moet de mindset gericht zijn op nieuwe uitingen. Het stadscuratorium kan zich, naar voorbeeld van kunstenaar Manfred Pernice in Utrecht, richten op een nieuwe (tijdelijke) manier van ontsluiten van de collectie. Pernice selecteert elk halfjaar werken uit de Collectie Utrecht, die op door hem ontworpen sokkels in de publieke ruimte worden getoond. Dit biedt een kans om bestaande kunstwerken een nieuw verhaal te laten vertellen. De kunstraad ziet daarnaast kansen voor projecten van tijdelijke aard in de publieke ruimte. Maar ook als het gaat om sculpturen of andere objecten in de openbare ruimte kan meer over tijdelijkheid gedacht worden. Tevens benadrukt de kunstraad dat er juist in Amsterdam veel mogelijkheden liggen voor artistiek onderzoek (in de richting behoud en beheer, architectuur en maatschappelijke thema’s), dat niet altijd direct hoeft te leiden tot een fysieke kunstuiting.
In het Uitvoeringskader ligt de nadruk sterk op de bestaande collectie kunst in de openbare ruimte. De kansen en mogelijkheden van het stadscuratorium zijn nu nog onderbelicht.
vrije werkruimte
Vanuit de street art-gemeenschap is geopperd dat de gemeente plekken ter beschikking zou moeten stellen waar bijvoorbeeld graffitikunstenaars vrijuit kunnen werken. In het Uitvoeringskader wordt gesteld dat de gemeente het niet als haar taak ziet om dergelijke faciliteiten te bieden. De kunstraad vindt het echter van groot belang dat de stad vrije ruimte, desnoods op tijdelijke basis, op verschillende plekken in de stad, beschikbaar stelt. In tijden van gedetailleerde bestemmingsplannen is een vrije plek voor Amsterdamse makers in de publieke ruimte van grote waarde.