Bericht uit New York (1)
Dinsdag 6 september. Nadat ik me via de websites van meerdere commerciële aanbieders van theatertickets heb geworsteld, is het gelukt om een kaart te bemachtigen voor de off-Broadway Show over televisienieuws getiteld Newsical. Het theater is dichtbij mijn hotel. De cultuurmissie van Amsterdam die hier morgen neerstrijkt heeft kwartier gekozen in het drukke Times Square.
De balans tussen overheidssubsidie en private financiering is in elk geval heel anders hier dan bij ons. Theaterkaartjes zijn in New York in onze ogen onbetaalbaar. Prijzen van 200 of 300 dollar per kaartje worden gevraagd voor voorstellingen waar wij nooit meer dan 50 euro aan besteden, meestal minder. Het gevolg is dat het aanbod ook veel commerciëler is dan bij ons. Kaskrakers blijven jarenlang staan om telkens weer nieuwe groepen toeristen te ontvangen.
Het fenomeen van doorverkopers zoals Ticketmaster, Ticketnetwork, Ticketsupply en anderen, kennen wij intussen ook. Dit systeem roomt vooral inkomsten af in de festivalsector en het niet-gesubsidieerde theater, met name popconcerten. Het is een irritante ontwikkeling, omdat er geld verdiend wordt door mensen die niet in het product investeren. Wat dat betreft is het een internet business pur sang: parasitair en overbodig. Alleen maar nuttig als je snel kaartjes wilt en het niet erg vindt te veel te betalen.
Broadway is het best te vergelijken met het Nederlandse circuit dat groot gemaakt is door Joop van den Ende en andere vrije theaterproducenten. In Nederland liep altijd een scherpe grens tussen gesubsidieerd theater en de vrije sector. Serieuze acteurs riskeerden een smet op hun imago als zij in een musical of vrije productie gingen staan. Gelukkig is die culturele polarisatie minder geworden. Producenten als Bos Theaterproducties, Hummelink Stuurman en Robin de Levita brengen kwaliteitstheater zonder subsidie. Het is wel opmerkelijk dat zij hun ticketprijzen nog steeds binnen de perken weten te houden. Amsterdam kan leren van New York, maar in sommige opzichten doen wij het zo gek nog niet.